Spijsvertering

Om optimaal te eten is het van belang te weten hoe het spijsverteringsproces werkt. Het spijsverteringsstelsel bestaat uit de mond, slokdarm, maag, twaalfvingerige darm, dunne darm en dikke darm. Het spijsverteringsstelsel wordt geholpen door speekselkieren, alvleesklier, lever en galblaas.

Spijsverteren

Het spijsverteringsproces begint in de mond. Als het voedsel wordt gekauwd wordt het vermengd met speeksel en worden zetmeelrijke koolhydraten als brood, pasta, aardappelen en rijst gesplitst door het enzym ptyaline. Wanneer zetmeelrijke koolhydraten niet goed worden gekauwd is het splitsen onvolledig gebeurd en kan dit maagklachten geven. Pas in de dikke darm wordt het proces weer goed opgepakt.

Zetmeelrijke koolhydraten bestaan uit duizenden ketens van glucosemoleculen die worden opgenomen door de wand van de dunne darm. Zetmeelrijke koolhydraten zijn moleculair (a-cellulair) voedsel.
Te veel zetmeelrijke koolhydraten zorgen voor een stijging van de bloedsuikerspiegel en voor overgewicht!
Koolhydraten uit groente (planten), cellulaire koolhydraten, worden niet afgebroken door een enzym zoals bij zetmeelrijke koolhydraten. Goed kauwen is een absolute voorwaarde om goed te kunnen verteren. Daarnaast speelt de darmflora in de dikke darm een essentiële rol. De darmflora bevatten enzymen waarover de mens zelf niet beschikt. Deze enzymen kunnen de cellulaire koolhydraten verteren. Een goed darmflora is dus super belangrijk!

Spijsvertering versnellen

Eiwitten (vlees, vis, noten, ei en bonen) worden vooral in de maag gesplitst door enzymen in het maagsap. Eiwitten verlangen dus voor een goede snelle vertering een zure omgeving (maagzuur). Zoals hierboven genoemd wordt de vertering van zetmeelrijke koolhydraten deels in de mond en deels in de dunne darm uitgevoerd. Dit verlangt eigenlijk een wat minder zure omstandigheid (basisch) om het snel te laten verteren.
Suikers (onder andere uit fruit) worden het snelst door de dunne darm geabsorbeerd, terwijl vetten en oliën langzaam worden verteerd in de darmen en noch zetmeelrijke koolhydraten noch eiwitten in de weg zitten.

Conclusie is dat eiwitten en zetmeelrijke koolhydraten tegelijkertijd eten een slechte voedingscombinatie is! Dit komt omdat hun biochemische verteringsproces tegengesteld is. Deze combinatie belast het lichaam!
Goede combinaties zijn bijvoorbeeld: zetmeelrijke koolhydraten (aardappel) cellulaire koolhydraten (broccoli) of vis (eiwit) met groente (cellulaire koolhydraten)
Minder goede combinatie zijn: pasta (zetmeelrijke koolhydraten) met kip (eiwit)